Klassieke kaassoufflé

Methode

Verwarm de oven voor op 200°C/hetelucht180°C/gasstand 6. Zet een bakplaat op een rooster in het bovenste derde deel van de oven. Bestrijk de binnenkant van 6 schaaltjes van 150 ml met gesmolten boter en bestrooi ze vervolgens lichtjes met gedroogd wit broodkruim.

Smelt 30 g boter in een pan en roer er 30 g bloem door. Kook gedurende 1 minuut of tot de bloem koekjesachtig ruikt. Voeg geleidelijk 290 ml volle melk toe en kook al roerend tot het mengsel borrelt. Laat 2 minuten borrelen – het mengsel wordt erg dik (consistentie van Griekse yoghurt).

Haal de pan van het vuur. Roer er 85 g fijn geraspte extra belegen cheddar, 4 vrije-uitloop-eigeel, ½ theelepel Engelse mosterdpoeder, een snufje cayennepeper en veel zout en peper door. Proef het mengsel; het moet iets te zout zijn.

Klop 4 vrije-uitloopeiwitten stijf en meng 1 eetlepel door het kaasmengsel. Spatel voorzichtig het overgebleven eiwit erdoor en verdeel het gelijkmatig over de schaaltjes – ze moeten ongeveer tweederde vol zijn.

Ga met een mes langs de binnenkant van de vormpjes om de soufflés te laten rijzen en bak ze vervolgens 10-12 minuten tot ze gerezen en goudbruin zijn. Open de ovendeur pas op tweederde van de bereidingstijd. Als je ze toch wilt testen, geef de soufflés dan een zacht duwtje. Als ze veel wiebelen, hebben ze extra tijd nodig. Serveer onmiddellijk.