Peren- en bruine boterstrudel

Methode

1. Verwarm de oven voor op 170°C hetelucht/gasstand 5. Doe de rozijnen met de cognac in een kom en laat ze weken. Doe de boter in een pan op middelhoog vuur en kook tot de witte vaste stoffen karamelliseren, waardoor er geroosterde bruine stukjes op de bodem van de goudgele boter achterblijven. Je weet wanneer de boter klaar is als hij geen luid sissend geluid meer maakt (maar houd hem in de gaten, want hij zal hierna vrij snel te verbrand worden).
2. Rooster het broodkruim in een hete, droge koekenpan tot het mooi goudbruin is en roer er dan de kruiden en ongeveer 30 g bruine boter door. Schil de peren, verwijder het klokhuis en snijd ze in stukken van 2 cm, doe ze in een kom met het citroensap, de geweekte sultanarozijnen (met eventueel overgebleven cognac), de suiker en het gekruide broodkruim en roer tot alles gelijkmatig gemengd is.
3. Leg een schone theedoek met de langste zijde naar je toe op een werkblad en leg er een vel filodeeg op, zodat er voldoende ruimte overblijft voor een tweede vel erboven. Bestrijk ze met bruine boter en leg er een tweede vel filodeeg bovenop, dat een derde overlapt. Verf dat ook met bruine boter. Schep de vulling voorzichtig in een lange lijn op het onderste derde deel van het filovel. Til de onderste hoeken van de theedoek op om het deeg voorzichtig rond de vulling te rollen tot een strakke blokvorm.
4. Leg de theedoek plat terug (met de strudel bovenaan) en leg nog een vel filodeeg onder de strudel. Bestrijk met bruine boter en trek deze keer aan de bovenste hoeken van de theedoek om hem weer naar beneden te rollen en wikkel hem in een nieuwe laag deeg. Herhaal dit proces nog een keer om het overgebleven filodeeg te gebruiken (leg het erboven en rol het van je af) en strooi er vervolgens de resterende 1 el suiker overheen. Bak 30-35 minuten in de oven.