Iedereen kan de Coopertest doen en dan een indicatie krijgen van zijn eigen uithoudingsvermogen. De test is afkomstig van de Amerikaanse sportarts Kenneth H. Cooper. Cooper ontwikkelde de test voor het Amerikaanse leger.
Als de test zeer gestructureerd en onder vergelijkbare omstandigheden wordt uitgevoerd, dan zijn de duurprestaties vergelijkbaar en zegt iets over de persoonlijke fitheid.
Dit is hoe de Cooper-test werkt
Wil jij de Coopertest doen? De voorwaarden zijn gestandaardiseerd en zeer eenvoudig. Je hebt een manier nodig om de tijd stil te zetten en afstand te kunnen meten. Ren vervolgens 12 minuten achter elkaar. Ze proberen zo ver mogelijk te komen. Meet vervolgens de afstand die u heeft afgelegd. In een tabel leest u hoe u uw uithoudingsprestaties kunt inschatten, rekening houdend met uw leeftijd. U vindt de tabel aan het einde van de pagina. U moet een warming-up doen vóór het hardlopen en uw spieren beschermen tegen pijn als u uitgeput raakt.
De Cooper-test bepaalt de cijfers en geschiktheid voor een carrière
Voor een serieuze beoordeling moet de proef, indien mogelijk, onder gespecificeerde omstandigheden worden uitgevoerd. Daartoe behoort een tartanbaan van 400 meter, een temperatuur tussen de 20 en 25 graden en een maximale luchtvochtigheid van 70 procent.
In Duitsland bijvoorbeeld wordt het resultaat van de Cooper-test meegenomen in het cijfer van afgestudeerden van de middelbare school. In sommige deelstaten telt het resultaat mee voor het atletiekcijfer op middelbare scholen.
Iedereen die zich bij de federale politie of het vreemdelingenlegioen wil aansluiten, moet de Cooper-test goed doen. Tot voor kort werden ook scheidsrechters in het voetbal en handbal getest met Cooper. De verenigingen hebben nu echter elk hun eigen test geïntroduceerd, die speciaal is ontworpen om aan hun eisen te voldoen.
Coopertest: de resultatentabel
13-14 | M | > 2700 m | 2400-2700 meter | 2200-2399 m | 2100-2199 m | < 2100 m |
W | > 2000 meter | 1900-2000 m | 1600-1899 m | 1500-1599 m | < 1500 m | |
15-16 | M | > 2800 m | 2500-2800 meter | 2300-2499 m | 2200-2299 m | < 2200 m |
W | > 2100 m | 2000-2100 meter | 1700-1999 m | 1600-1699 m | < 1600 m | |
17-19 | M | > 3000 m | 2700-3000 meter | 2500-2699 m | 2300-2499 m | < 2300 m |
W | > 2300 m | 2100-2300 meter | 1800-2099 m | 1700-1799 m | < 1700 m | |
20-29 | M | > 2800 m | 2400-2800 meter | 2200-2399 m | 1600-2199 m | < 1600 m |
W | > 2700 m | 2200-2700 meter | 1800-2199 m | 1500-1799 m | < 1500 m | |
30-39 | M | > 2700 m | 2300-2700 meter | 1900-2299 m | 1500-1899 m | < 1500 m |
W | > 2500 meter | 2000-2500 meter | 1700-1999 m | 1400-1699 m | < 1400 m | |
40-49 | M | > 2500 meter | 2100-2500 meter | 1700-2099 m | 1400-1699 m | < 1400 m |
W | > 2300 m | 1900-2300 m | 1500-1899 m | 1200-1499 m | < 1200 m | |
50+ | M | > 2400 m | 2000-2400 meter | 1600-1999 m | 1300-1599 m | < 1300 m |
W | > 2200 meter | 1700-2200 meter | 1400-1699 m | 1100-1399 m | < 1100 m |
Op de Blaue Coach legt bewegingswetenschapper Ingo Froböse uit waarom het nooit te laat is om te beginnen met sporten en welke effecten sporten op ons lichaam heeft. Wilt u de podcastafleveringen van Blue Coach automatisch ontvangen, abonneer u dan op de podcast in de ARD-audiobibliotheek.